Zoldervondsten
Jan van den Berg
Politie bewaakte het festivalterrein
Oud-politieman Jan van den Berg werd in 1970 ingeschakeld bij de bewaking tijdens het Holland Pop Festival. Hij vertelt over zijn ervaringen en de wijze waarop hij zowaar met zijn verloofde nog een dag van de muziek kon genieten.
“Ik word nu door uw bericht in de Oud Rotterdammer van 28 april 2020 weer teruggebracht naar juni 1970. Het is vandaag 2 mei 2020 als ik dit schrijf. Mijn echtgenote en ik vieren het feit dat wij elkaar nu precies vijftig jaar kennen en nog steeds graag bij elkaar zijn. Ik was vijftig jaar geleden politieagent aan het Bureau Boezemsingel in Crooswijk. Er werd gezocht naar ‘vrijwilligers’ die een paar dagen het terrein van het popfestival in Kralingen wilden bewaken. Dat leek mij wel een aardige tijdspassering. Je maakte dat niet dagelijks mee. Zeker als dit het eerste echte popfestival was. Mijn collega’s en ik werden ondergebracht in een houten directiekeet naast de molen De Lelie. Dat was dus achter het podium en nabij Café De Tuin. In dat gebouw was destijds de administratie en dergelijke van de organisatoren van het Popfestival ondergebracht. We draaiden daar een 24-uurs dienst en maakten onze rondjes tussen de Kralingse Plaslaan, de molens en tot aan ergens bij de manege.”
‘Je werd één met het publiek’
“Op dat stuk grond stonden (en staan nu nog) een paar villa’s. Die moesten natuurlijk ook bewaakt worden omdat het daar een kwetsbare plek was binnen de hekken van het festival. Vaak was het zo dat er voor de deur van een villa iets lekkers te vinden was en/of wat frisdrank. Als dank voor de bewaking. Ik heb dat altijd als een zeer vriendelijk gebaar beschouwd.”
“Als je tussen de ronden door een uurtje vrij was, dan ging je met een collega het eigenlijke terrein op. Uiteraard met een spijkerbroek aan en een ander jasje. Je werd zo één met het publiek, dat daar genoot van de muziek of de diverse mensen die een act of zoiets uitvoerden. In mijn leven heb ik daar nog nooit zoveel aanbiedingen gehad om allerlei soorten hash, marihuana enzovoort te kopen. Uiteraard kocht je niets als politieagent. Ik deed dat ook al niet als burger. Ik was te bang om erachter te komen dat ik het misschien allemaal erg lekker zou vinden. Ik wist wat de consequenties konden zijn als je verslaafd zou zijn en dat niet alleen voor mijn beroep.”
‘Hier heb je twee kaartjes’
“Op het Bureau Boezemsingel was ik erachter gekomen dat er vrijkaartjes waren uitgedeeld. Bleek dat die allemaal terecht waren gekomen bij de hogere rangen. Omdat ik graag mijn huidige echtgenote naar het popfestival wilde gaan ben ik tijdens mijn dienst eens naar het kantoor van de organisatie gestapt om twee vrijkaartjes te versieren. Ik wilde namelijk graag in burger met haar het terrein op. “Jullie hebben op de Boezemsingel al veel kaartje gekregen.” Ik zei toen dat die niet bij de lagere regionen waren terechtgekomen en dat ik wel de boel bewaakte al die dagen, maar zelf niet het terrein op kon in burger. ‘Oké, dan heb je hier twee kaartjes en plezier ermee.’ Ik kon dus die zondag, 28 juni 1970, met inmiddels mijn verloofde naar het popfestival. We hebben daar een enorm fijne dag gehad en van het gehele gebeuren genoten. Ook van dat laagvliegende vliegtuig dat folders of zoiets boven het publiek voor het podium dropte.”
“Verloofde? Zult u vragen. Ja. Ik had haar al na veertien dagen ten huwelijk gevraagd en tot mijn grote geluk heeft zij toen ja gezegd. We zijn in hetzelfde jaar op 24 augustus getrouwd. Drie maanden en 22 dagen na onze kennismaking in de kelder van de Pauluskerk aan de Mauritsweg. In die kelder was de sociëteit ‘Areopagus’ gevestigd en daar ontmoette je andere jongeren. We hadden eerder kunnen huwen, maar mijn schoonouders hadden hun 25-jarig huwelijk reeds gepland en wij moesten een en ander nog even uitstellen. In je leven zit dus niet alles mee. Na vijftig jaar is het popfestival nog steeds een belangrijke gebeurtenis gebleven in ons leven. Onvergetelijk.”
Leave A Comment