Out in Rotterdam geopend door Paul van de Laar
Nieuws
- Out in Rotterdam
- juni 20, 2019
Out in Rotterdam geopend door Paul van de Laar
De aftrap van Out in Rotterdam leidde zondag 16 juni tot een afgeladen galerie bij DIG IT UP. Er stond dan ook een mooi openingsprogramma klaar, met een toespraak van Paul van de Laar een en een openingsact.
Out in Rotterdam trekt veel belangstelling. De dag voor de opening kwamen er al bezoekers langs, terwijl de laatste loodjes werden geklaard voor zondag. En op zondag was de galerie afgeladen met bezoekers.
De officiële opening werd ingeluid door een bijzondere dansperformance van Paolo Yao Kouadio. Paolo begon zijn act vrijwel anoniem, tussen de bezoekers op de vloer liggend. Maar al snel volgden de eerste dansbewegingen van een bijzondere performance, pal tussen het publiek.
Vorige
Volgende
Na de performance kreeg Paul van de Laar, bijzonder hoogleraar stadsgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit en directeur van Museum Rotterdam, het woord voor zijn openingstoespraak. Van de Laar prees het initiatief van DIG IT UP en de wijze waarop samen met het Stadsarchief en Museum Rotterdam nieuw erfgoed uit de stad wordt opgedoken. Theo Kemperman maakte van de gelegenheid gebruik om mensen op te roepen vrijwilliger te worden bij DIG IT UP, er is altijd behoefte aan mensen die vanuit eigen interesse willen helpen om de galerie te bemensen en aan projecten mee te werken.
Vorige
Volgende
‘Out in Rotterdam – honderd jaar gay geschiedenis van Rotterdam’ geeft een overzicht van een eeuw gay geschiedenis en emancipatie in de stad. Door middel van crowdsourcing kunnen bezoekers zelf anekdotes, foto’s of ander materiaal bijdragen aan exposities.De expositie is te bezoeken tot en met 29 september, het slotweekend van het Rotterdamse lhbt festival Rotterdam Pride. Er zijn de komende maanden tal van activiteiten, zoals lezingen, vertoningen, reünies en demonstraties.
mijn fotocollectie van de Shaft en de MSR staat nog altijd online op http://www.delftboys.com/real1/fun/art/shaft/shaftpix.html
met dank aan Thomas Haageraats (r.i.p.)