Het Roode Zand zoomt in op een stukje van de Zandstraatbuurt, tussen Roode Zand en Westewagenstraat, in een tijdsbestek van 100 jaar.
Het werk omvat de periode 1900 tot 2000 en concentreert zich rond drie jaartallen: 1910 – 1940 – 1985. De jaren waarin de huwelijksportretten van Ieneke van der Kooy’s grootouders, ouders en haarzelf gemaakt zijn. Momentopnames die aanleiding vormen om zich te verdiepen in haar familie- geschiedenis in relatie tot de ontwikkeling en opbouw van Rotterdam in de twintigste eeuw.
Ieneke’s grootmoeder was naaister en kocht in 1910 haar stoffen en fournituren in de winkels van de Hoogstraat en de Westewagenstraat. Haar moeder was ook naaister en winkelde in de dertiger jaren in datzelfde centrum.
Hoe zagen de stadsplattegronden er toen uit en hoe verschillen ze van de plattegrond in de tachtiger jaren toen zijzelf stofjes kocht bij Schröder. En wat vertellen ze over hoe er werd geleefd.
In 1910 werd de stadsplattegrond gekenmerkt door smalle straten, sloppen, stegen en gangen. Overdag was de Zandstraatbuurt een verpauperde volksbuurt waar mensen wanhopig probeerden het hoofd boven water te houden.
De verkrotte woningen werden geëxploiteerd door huisjesmelkers die het kleinste hok in het huis een woning noemden. Wie niet kon betalen werd zonder pardon op straat gesmeten. Huurbescherming bestond nog niet.
’s Avonds veranderde de Zandstraatbuurt in een uitgaansgebied waar zeemannen zich kwamen vermaken met vrouwen en drank.
Op de stadsplattegrond van 1940 is te zien dat de Zandstraatbuurt door het stadsbestuur op de schop is genomen. De smalle straten verstopten de stad waar steeds meer verkeer doorheen moest. Het centrum moest worden omgevormd tot een moderne metropool, met de gedempte Coolsingel als flaneerboulevard. Daarom was het burgemeester Zimmerman een doorn in het oog dat het stadscentrum werd beheerst door een buurt van zulk slecht allooi. Daarmee stootte je de stad niet op in de vaart der volkeren.
Een groot deel van de Zandstraatbuurt is in 1912 afgebroken voor de bouw van het stadhuis en het postkantoor. Hiermee werd de angel uit de Polder gehaald. In het deel van het Roode Zand ligt aan de noordkant een stuk braak. Deze huizen waren letterlijk rijp voor de sloop.
De doorbraak voor de Meent met dure nieuwbouw appartementen volgde in 1926.
De Leeuwenstraat en Zandstraat worden verbreed waardoor de Sint Rosaliakerk, een katholieke schuilkerk uit 1779, zichtbaar werd aan de Zandstraat.
De stadsplattegrond van 1985 laat het beeld zien van een zakenstad met grote bouwblokken waarin niets van de kleinschaligheid van de middeleeuwse stad terug te vinden is. Er wonen nog mensen in het gebied, maar het zijn er niet veel en cafés zijn er niet te vinden. Laat staan iets dat in de buurt komt van de danssalons uit het begin van de eeuw.
Minervahuis I is het enige gebouw dat, doordat het een betonskelet had, in dit stuk van de Zandstraatbuurt het bombardement overleefd heeft. Ook de nieuwe appartementen aan de Meent zijn verwoest.
In 1950 opent Vroom en Dreesman zijn deuren. In 1953 is het Stadstimmerhuis af. Dit stukje van de plattegrond is dan met de Minervahuizen II III en IV opnieuw ingevuld.
In 1910 woonden er alleen al in het stuk waar nu het stadhuis en het postkantoor staan ongeveer 2000 mensen. In het hele gebied staan nu alleen nog woningen aan de Westewagenstraat, een paar aan de Leeuwenstraat en in het nieuwe Stadstimmerhuis.
Het werk bestaat uit drie reliëfs, een tijdlijn en trouwportretten met daarop drie geborduurde stadsplattegronden. Waarbij Ieneke van der Kooy gebruik maakt van verschillende technieken om de veranderingen die zich voltrekken zichtbaar te maken in de stadsplattegronden. Zoals de verandering van een informele, illegale – naar een formele, legale economie. De veranderende ideeën over stedelijke functies, waarbij economie en handel in dit stukje Rotterdam belangrijker worden dan wonen.
Leave A Comment